Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 16-10-2019

Newton

betekenis & definitie

1° Charles Thomas, Eng. archaeoloog. * 13 Sept. 1816 te Bredwardine, † 28 Nov. 1894 te Westgate on Sea. Was o.a. vice-consul op Mytilene, consul op Rhodos en te Rome, werd 1861 custos aan het Britsch Museum, in 1880 prof. te Londen; verzamelde veel beeldhouwwerk zoowel door opgravingen te Ephese, Priene e.a., vooral te Halicamassus, alsook door aankoop van verzamelingen.

Werken: o.a. A hist. of discoveries at Halicarnassus, Cnidus and Branchidae (2 dln. 1862-’63), Travels and discoveries in the Levant (2 dln. 1863).

W. Vermeulen.
2° Isaac, Eng. wis- en natuurkundige. * 25 Dec. 1642 te Woolsthorpe, † 20 Maart 1727 te Londen. Hij studeerde aan Trinity College, Cambridge, waar hij
1669-1701 Lucasian professor of mathematics was. In 1689 en 1702 vertegenwoordigde hij de univ. in het parlement. Hij werd 1672 lid, 1703 president van de Royal Society. Van 1696 woonde hij te Londen, eerst als warden, na 1699 als master of the Mint. N. is een figuur van den eersten rang in de geschiedenis van wiskunde, mechanica, physica en astronomie. Hij was een der uitvinders van de infinitesimaalrekening; verder behandelde hij de binomiaalreeks, algebraïsche vergelijkingen en krommen. Zijn hoofdwerk, Philosophiae Naturalis Principia Mathematica (Londen 1687, 21713, 81726), vormt het fundament van de nieuwere natuurwetenschap. Hij beschrijft hierin de bewegingen van de planeten en die in het zwaarteveld der aarde met behulp van het begrip der ➝ gravitatie, d.i. een tusschen elk tweetal stoffelijke punten werkende kracht, die evenredig is met hun massa’s en omgekeerd evenredig met het vierkant van hun afstand. Deze opvatting is tot aan de opstelling van Einstein’s alg. relativiteitstheorie de heerschende gebleven. In de Principia worden verder vsch. vraagstukken van de dynamica der hemelbewegingen behandeld (storingen, eb en vloed, afplatting der planeten, kometen), voorts beweging in weerstandbiedende media en golfbeweging in fluida. Voor de natuurkunde is van groot belang zijn werk op het gebied der optica (analyse van wit licht, kleurentheorie, wezen van het licht), samengevat in het werk Opticks (Londen 1704). Hij construeerde voorts den spiegeltelescoop. N. besteedde veel tijd aan chemie, aan mystiek (invloed van Jacob Böhme), aan historische en aan theologische onderzoekingen (chronologie, interpretatie van het boek Daniël en van de Openbaring van Joannes, critische studies over het dogma der Drieëenheid, waarover hij Ariaansche opvattingen had). Een complete moderne editie van zijn werken bestaat niet.

Lit.: L. T. More, I. N. (New York-Londen 1934); Sir I. N.’s Mathematical Principles (vert. en comm. d. F.

Cajori, Berkeley 1934); H. J. E. Beth, N.’s Principia (2 dln. Groningen 1932); Opticks (herdruk 4e editie) (Londen 1931). Dijksterhuis.

Gravitatiewet van Newton, ➝ Gravitatie.

Binomiaaltheorema van Newton of Binomium van N Hieronder verstaat men de ontwikkeling van de machten van een tweeterm (binomium): (a + b)n = an + nan-1b + n(n-1)an—2b2/1.2 + n(n-1)(n-2) an-3b3/1.2.3 + . . . + nabn-1 + bn, waar n een geheel positief getal is. De coëfficiënten, die hierin optreden, heeten binomiaalcoëfficiënten. De coëfficiënten van de termen an-kbk en akbn-k zijn voor elke waarde van k tusschen O en n (O en n inbegrepen) aan elkaar gelijk. Verriest.

Ringen van Newton Legt men op een zuiver vlakke glasplaat een lens met zeer grooten kromtestraal, dan ziet men in wit licht een reeks gekleurde ringen. Belicht men met monochromatisch licht, bijv. natriumlicht, dan wisselen gekleurde ringen met volkomen zwarte ringen af. De verklaring van het verschijnsel moet worden gezocht in een interferentie van het licht in de dunne luchtlaag tusschen glazen plaat en lens. Een gedeelte van het licht weerkaatst nl. tegen de bovenzijde der luchtlaag, een ander deel doorloopt de luchtlaag en reflecteert tegen de onderzijde daarvan. De beide zoo ontstane stralen interfereeren met elkaar en vormen de gekleurde ringen, naar dengene, die ze het eerst bestudeerde, ringen van Newton genoemd. Dekkers.

< >