Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 02-10-2019

Rhodos

betekenis & definitie

1° Voornaamste eiland van de aan Italië toebehoorende Egeesche Eilanden, nabij het Zuid-Westen van Klein-Azië. Oppervlakte omstr. 1400 km2; ca. 45 000 inw. (80% Grieken, verder Turken, Spanjolen en Italianen).

Tertiair gesteente omhult Secundaire kalk, die als bergrug, tot 1200 m hoogte, door het eiland loopt. De bosschen gaan sterk achteruit.

Mooi klimaat, goede bevloeiing. De kust levert gerst, olijfolie, sinaasappels, citroenen, zijde, uien.Gesch. Door zijn gunstige ligging was R. van oudtijds een voornaam centrum van handel en zeevaart, en, na het aanleggen in 407 v. Chr. van de havenstad Rhodos, nam het onder de Gr. staten een vooraanstaande plaats in. Toen het na een periode van overheersching van de Cariërs, en nadien van de Perzen, door Alexander’s toedoen zijn vrijheid had heroverd, brak een tijdperk van grooten voorspoed aan. Tot aandenken aan den heldhaftigen weerstand in 307 bij de belegering door Demetrius van Macedonië, werd door Chares de beroemde kolos (een der 7 wereldwonderen) ter eere van den zonnegod opgericht. In de Gr.-Rom.

Oudheid is R. wegens zijn mild klimaat een mode-verblijfplaats geweest; beroemd was eveneens zijn rhetorenschool. Paulus bezocht R. op zijn laatste reis naar Jerusalem (Act .21.1).

Nadat R. in 71 n. Chr. bij het Rom. rijk was ingelijfd, bleef het deel uitmaken van Byzantium, tot het in 1309 werd bezet door de ridderorde van St. Jan. Met legendarischen heldenmoed hebben de Johannieters dezen voorpost der Christenheid tegen de Mohammedanen verdedigd, tot zij in 1522 bezweken voor Soliman II. Sindsdien bleef R. Turksch, tot het in 1912 door Italië werd in bezit genomen.

2° Hoofdstad van het eiland R.; ca. 16 000 inw. (meest Grieken; ca. 5700 Mohamm., 3300 Joden). De middeleeuwsche stad telt nog vele vestingwerken en paleizen (ridders van St. Jan, 14e eeuw). De nieuwe Ital. havenstad heeft een Ital. univ., meteorol. instituut en radiostation. Zetel van den Grieksch-Kath. aartsbisschop van R.

Lit.: Guida d’Italia del T.C.I.: Possedimenti e coloni (1929); Ghazaleh Bey, L’ile de R. (Kairo 1929).

< >