Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-09-2019

Mechelsch hoen

betekenis & definitie

Typisch Belgisch hoen, behoorend tot de zware vleeschrassen en waarschijnlijk ontstaan door kruising van het uitgestorven koekoekkleurige landhoen met Cochins en Brahma’s; het is groot, met vrij langen rug, weinig ontwikkelden staart; bevederde beenen; enkelvoudige of erwtenkam; gewicht ca. 3½ kg; legt vrij kleine, geel tot geelbruin gekleurde eieren; veel broedsch; vleesch is smakelijk, wit en malsch. Kleur: koekoek; zwart, wit, goudhalzig zwart en hermelijn; veel gebruikt voor winter-mestkuiken. Dit ras gaat in beteekenis achteruit; de teelt is zeer riskant, daar het M. h. vatbaar is voor allerlei ziekten.

Verheij.

< >