soepele, luchtige, gekloste kant, behoort tot de kostbaarste kloskanten. De eerste M. k. heeft een krachtig rankenwerk, met weinig tusschenruimte voor den grond. Het rankenwerk is omrand door een los gedraaiden draad.
Begin 1800 wordt de grond gevormd door een kleine, zeshoekige maas, de zgn. ijsgrond. De ruimte tusschen de figuren wordt met allerlei open werk gevuld, meestal varianten van de zgn. fond de neige. De M. k. is niet geschikt voor sluiers e.d., doch dient vnl. voor garneering.Lit.: ➝ Kant.
J. Rutten.