Aartsbisdom (Mechliniensis dioecesis). M. werd tot aartsbisdom en primaatzetel der Nederlanden verheven bij de oprichting der nieuwe bisdommen in 1659-’61.
De kerkprovincie M. omvatte de suffragaan-bisdommen Antwerpen, Gent, Brugge, Ieperen, Den Bosch en Roermond. Het Concordaat met Napoleon (1801) hief den primaatzetel te M. op.
Toch bleef M. zetel van een aartsbisdom met als suffragaan-bisdommen Doornik, Gent, Namen, Luik, Aken, Trier en Mainz. In 1830, bij de onafhankelijkheid van België, werd M. primaatzetel van het land, terwijl de nieuwe kerkprovincie de bisdommen Doornik, Gent, Luik, Namen en, sedert 1834, Brugge omvat.
De jurisdictie van den aartsbisschop strekt zich uit over de provinciën Brabant en Antwerpen. Ca. 3 000 000 inwoners, waarvan velen onverschilligen (in de steden): 55 dekenijen en 800 parochiën.
Groot seminarie te M., klein-seminariën te Mechelen, Hoogstraeten en Basse-Wavre. Bekende bisschoppen waren: A.
P. de → Granvelle, Mathias → Hovius; na het Concordaat: Deschamps (1867-’83), → Mercier. Katholieke universiteit te Leuven.Lit.: C. Van Gestel, Historia sacra et profana archiepiso. Mechl. (1725); P. Claessens, La Belgique chrétienne depuis la conquête française jusqu'à nos jours (1883); La Vie diocésaine (1907-’14); Collectanea Meohliniensia. De Schaepdrijver.