Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 22-07-2019

Granvelle

betekenis & definitie

Granvelle - 1° Antoine Perrenot de, Bourgondisch staatsman en kardinaal; zoon van 2°; * 20 Aug. 1517 te Ornans (vrijgraafschap), ✝ 21 Sept. 1586 te Madrid. Al vroeg in den

geestelijken stand als pauselijk protonotarius opgenomen, voleindigt hij zijn studiën te Padua, om daarna te Leuven de theologie te onderwijzen. Op nauwelijks 21-jarigen leeftijd tot biss. v. Atrecht aangesteld (Dec. 1538) en 21 Mei 1543 tot deze hooge waardigheid plechtig gewijd. Door den invloed en onder de leiding van zijn vader bewoog hij zich op het terrein van de diplomatie en volbracht voor keizer Karel, die zich door hem sterk liet beïnvloeden, diplomatieke reizen naar Frankrijk, Eng. en Duitschland. Na de onderhandelingen met het D. rijk (1548) werd hij tegen het verzet van de D. vorsten in tot zegelbewaarder van het H. Roomsche Rijk aangesteld, wat o.m. den keurvorst van Saksen tot heftige critiek en opstandigheid aanzette.

Bij de voorstelling van keizer karels zoon Philips II aan den Ned. adel was het G , die in naam van den jeugdigen prins het woord voerde, en door zijn hooghartig optreden de Ned. edellieden fel ontstemde. G., die spoedig als de intieme raadgever van Philips II optrad, bewerkte het huwelijk van dezen vorst met de Eng. koningin Marie Tudor, een huwelijk, dat in elken zin als een mislukking mag beschouwd worden en ook op politiek terrein de gewenschte vruchten niet afwierp. G. zou evenwel bij Philips nooit dien invloed kunnen ontwikkelen, dien hij bij Karel V had kunnen doen gelden, alhoewel hij inzake het koninklijk absolutisme en de oppermacht van de Kath. Kerk de gedachten van zijn koning geheel deelde. Ook toen Philips II in 1559 bij zijn afscheid van de Nederlanden voor de Staten-Generaal verscheen, was het G., die het woord voerde; trouwens tijdens het regentschap van Margaretha van Parma was hij, als lid van den Raad van State, de werkelijke regeerder, wat de ontevredenheid van den hoogen adel, o.a. Willem van Oranje en Egmond, opriep.

Bij de omvorming van de bisdommen in de Ned. werd hij tot aartsbiss. van Mechelen aangesteld (28 Nov. 1561) en liet zich door den vic.-generaal Morillon, wiens briefwisseling met G. is bewaard, vervangen. Reeds in 1563 wordt door den adel aangedrongen op de verwijdering van G. uit de Ned., en de regentes meende, door de zending van haar secretaris Armenteros naar den koning, dezen wensch te moeten steunen. Onder een voorwendsel werd 22 Jan. 1564 G. teruggeroepen en verliet de Ned. 13 Maart 1564. Hij blijft evenwel koning Philips over de politiek betreffende de Ned. gewesten voorlichten.

In Oct. 1565 begeeft hij zich naar Rome, in opdracht van koning Philips, wordt aldaar tot kardinaal verheven, en zal na pogingen tot groepeering van de Ital. vorsten tegen de Turken, tot vice-koning van Napels worden benoemd, post, dien hij in 1575 verliet om weer naar Rome en in 1579 naar Madrid te worden teruggeroepen. Hij was o.m. niet vreemd aan de invloeden, die hertog Alva uit onze gewesten deden verwijderen. Zijn invloed was intusschen wel verzwakt: nog trachtte hij de aanstelling van Alexander Farnese tot gouverneur over de Ned. te beletten (ten gunste van Margaretha van Parma). Na 1583 was zijn macht bij den koning zeer gering.

Naast zijn belangrijke diplomatieke bedrijvigheid bewoog G. zich op het gebied van de geestelijke stroomingen, gold als een ijverig Maeceen, en legde in zijn prachtige kasteelen mooie en rijke verzamelingen aan. Zijn documenten werden o.a. door Weiss en door Puollet en Piot uitgegeven.

Lit.: Weiss, Les Papiers d’Etat de G. (Parijs 18411852) ; E. Poullet en G. Piot, Corresp. du cardinal G. (Brussel 1878-1896); M. Philippson, Ein Ministerium unter Philipp II (Berlijn 1895). V. Roosbroeck.

2° Nicolas Perrenot de, staatsman; * 1484 te Ornans bij Besançon, ✝ 1550 op den rijksdag te Augsburg. Door zijn groot talent, dat hij in dienst der Ned. regeering van Karel V toonde, werd hij na Gattinara’s dood kanselier voor Napels en Sicilië en eerste minister van den keizer. Hij drong aan op gematigdheid in de godsdiensttwisten, zat in 1540 het Godsdienstgesprek van Worms voor en ontwierp het Regenburgsche rijksdagreces. Door aankoop was hij heer van Granvelle geworden en in den adelstand opgenomen. Zijn zoon was Antoine, de bekende kardinaal. W. Mulder S. J.

< >