Friedrich Gundolf - Pseud. van F. Gundelfinger, Duitsch schrijver uit den kring van St.
George en gangmaker der zgn. geesteswetensch. methode in de Duitsche literatuurwetenschap. * 20 Juni 1880 te Darmstadt, ✝ 12 Juli 1931 te Heidelberg, waar hij hoogleeraar was. G. loochent de noodzakelijkheid niet van het zuiver documentair werk door de philol. en de hist. methodes geleverd; maar de letterkundige geschiedschrijving mag daar niet ophouden: blootleggen en kenschetsen van de „überpersönliche” en dus voortlevende geestelijke krachten, die achter de individueele feiten en verschijnselen der historie schuilen, zijn de hoogere taak van de literatuurgeschiedenis.
Hulpmiddel hierbij is hem een psychisch en aesthetisch scherpe ontleding van den taalvorm als tijdsstijl in iedere bestudeerde periode. Ook als Shakespearevertaler (1908 vlg.) heeft G. beteekenis. Baur.Voorn. werken: Cäsar in der d. Lit. (1904); Shakespeare und der d. Geist (1911); Goethe (1916): St. George (1920); Kleist (1922); Opitz (1923); Gryphius (1927); Shakespeare (1928); Lessing (1929); Romantiker (1930 vlg.).
Lit.: V. A. Schmitz (1931).