Kardinaal, prinsbisschop van Weenen. * 15 Oct. 1864 te Landskron (Bohemen), ♱ 21 April 1932 te Weenen. Trad in het Lateraansch Koorheerenstift van Klosterneuburg (bij Weenen), waarvan hij in 1907 tot Probst werd gekozen. Praeses van het Leo-Gesellschaft(1913)envan de Oostenrijksche Gezellenvereeniging (1914). In 1913 tot aartsbisschop van Weenen benoemd, 1914 tot kardinaal.
Door eenvoud en minzaamheid populair, middelpunt van sociale en Kath. werken in Weenen en geheel Oostenrijk. Hij stichtte ook een Academie voor Kerkmuziek. Onder den Wereldoorlog werd hij in Ned. bekend door het uitzenden der Weensche kinderen naar de Ned. Kath. gezinnen.Lit.: biogr. van Tzöbl (1932), Hellmer (1932) en Loris (1933). Beijersbergen van Henegouwen.