Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 03-07-2019

Forster

betekenis & definitie

Forster - 1° Edward Morgan, Eng. romanschrijver, * 1879, studeerde te Cambridge, reside veel, vooral in Italië en Indië; zijn romans wisselen voortdurend in onderwerp en techniek, zij zijn vaak exotisch, van een bijzonder fijne psychologische ontleding en in een prachtigen stijl geschreven.

Voorn. werken: Where Angels Fear to Tread (1905); The Longest Journey (1907); Howards End (1908); A Passage to India (1924); en de verhalenbundels : The Celestial Omnibus (1911); The Eternal Moment (1928).

J. Panhuijsen.

2° John, Eng. geschiedschrijver, rechtskundig raadsman en biograaf van Ch. Dickens; * 1812 te Newcastle, ✝ 1876 te Londen. Studeerde te Londen voor advocaat, werd journalist, schreef biographieën van Goldsmith (1854), W. S. Landor (1868) en van Ch. Dickens (3 dln. 1872—’74).

Pompen.

< >