Dickens - Charles, Engelsch romanschrijver; * 1812 te Portsmouth, † 1870 te Rochester. Zoon van een klein beambte, die in 1824 eenige maanden in hechtenis was wegens schulden, moest de jonge D. in dit jaar werken in een schoensmeerfabriek, hetgeen hij voelde als een diepe vernedering.
Later werd hij kantoorklerk bij een advocaat, dan journalist, en in 1836 gaf hij een bundel schetsen uit: Sketches by Boz. Van toen af werd hij de meest populaire schrijver in Engeland.
Kort na elkander volgden: Pickwick (1837), Oliver Twist (1839), Nickleby (1839); The Old Curiosity Shop (1840); Barnaby Rudge (1841) en na een bezoek aan Amerika: Martin Chuzzlewit (1843), A Christmas Carol (1843), een reis naar Italië en Zwitserland: The Chimes (1844), The Cricket on the Hearth (1845), Dombey and Son (1848), David Copperfield (1850).Na het verschijnen van dezen laatsten, grootendeels autobiographischen roman, zijn meesterstuk (met Pickwick en Christmas Carol), kreeg de kunst van D. een ander karakter. De tijd van overvloedige spontaneïteit is voorbij; voortaan schrijft hij meer realistisch met bewuste en practische bedoelingen. Na eenige pogingen tot het oprichten en exploiteeren van een eigen tooneel stichtte hij een weekblad Household Words (1849), later genaamd All the Year Round (1859). De voornaamste romans uit deze periode zijn: Bleak House (1854), Hard Times (1854), Little Dorrit (1856), A Tale of Two Cities (1859), Great Expectations (1861), Our Mutual Friend (1865), The Mystery of Edwin Drood (1870, onvoltooid).
D. is op de eerste plaats de amusementschrijver voor de massa; hij heeft de massa leeren lezen, en het peil van den smaak der massa in de hoogte gebracht. Hij is de grootmeester van fantastische en groteske beschrijvingen en van den uitbundigen, onuitputtelijken humor. Alle werkelijk Christendom is hem vreemd, maar hij heeft een gevoelig hart en hij bemint al wat hij als goed heeft leeren kennen, haat al wat egoïstisch is of vreemd. Als kind van het Zuiden van Engeland haat hij de industrie van het Noorden en het daar ontsprongen liberalisme. Hij haat alle theorieën, die Christelijke naastenliefde willen reglementeeren. Deze liefde en haat (sympathie en antipathie zijn veel te zwakke woorden voor D.) geven warmte en gloed aan al zijn werken, maar hinderen ook, zelfs in zijn vroegste werken, de spontaneïteit van zijn kunst. En wanneer hij als practisch sociaal hervormer wil ijveren, dan geschiedt dit ten koste van zijn kunst. Dit gebeurt vooral in zijn latere werken. D. heeft niet de gave voor de concentrische compositie van een breed uitgewerkt plan. Hij rijgt gebeurtenissen en gesprekken en tooneeltjes aaneen aan een lossen draad, maar de kralen, die hij rijgt, zijn dikwijls echte parels.
In 1836 huwde hij Catharina Hogarth en liet zich scheiden in 1858. Hij had tien kinderen, o.a. Charles († 1896), wiens dochter, Mary Angela, de romanschrijfster, in 1907 Katholiek is geworden, en sir Henry Fielding († 1933), die rechterlijk ambtenaar werd, met een Katholieke Française huwde en zijn kinderen een Katholieke opvoeding gaf.
Uitg.: afzonderlijke romans talloos: verzam. werken vooral: de National Edition (40 dln. 1908): Centenary Edition (36 dln. 1908); Universal Edition (22 dln. 1913); in Everyman’s Library (met inleidingen van G. K. Chesterton). Slechte Ned. vertalingen van C. M. Mensing (ca. 1850, met meerdere herdrukken): beter van J.
Kuijlman (1907 en later). — Lit.: Biogr. v. J. Forster (1874, en later in alle verzam. uitg.) Studies o.a. van G. Gissing (1898, vele herdrukken): G. K. Chesterton (1906, vele herdrukken); Wilhelm Dibelius (1915, en met eenige aanvullingen 1926); Sir Arthur Quiller-Couch (1927); O. Sitwell (1932). Pompen.