Chemnitz (stad) - industrie- en handelsstad, op 2 na de grootste van Saksen, ligt in een vlak dal aan de N. helling van het Ertsgebergte aan de gelijknamige rivier, 308 m boven zeeniveau. Knooppunt van spoorwegen aan de hoofdlijnen Dresden—Hof—München en Leipzig—Chemnitz. De vlieghaven onderhoudt geregelde diensten met Brunswijk, Hannover, Bremen; Dresden, Breslau; Praag; Mariënbad; Plauen en Neurenberg.
Door het voorkomen van belangrijke steenkoollagen tusschen C. en Zwickau is C. sinds het begin der 19e eeuw sterk gegroeid als textielstad en stad voor machinebouw. Door deze snelle uitbreiding werden 16 plaatsen geannexeerd. Het totaal aantal inwoners bedraagt (1930) een 380 000, waarvan 91% Prot. en 3,6% Kath.
De industrie levert kousen, handschoenen, tricotage’s, tapijten, machines voor spinnerij en weverij, auto’s, fietsen; verder is er een belangrijke chemische industrie; papier- en cartonnagefabrieken.
De talrijke fabrieken beheerschen ook het stadsbeeld. Van de oude ommuring is slechts de Rote Turm behouden gebleven. Aan het C. der M. E. herinneren nog het raadhuis (1619), de markt met nieuwbouw van 1911, de Jacobikerk (14e eeuw) en ten N. van de stad het Benedictijner klooster (1136—1639), later keurvorstelijk slot, waarvan nog kloosterhof en kruisgangen over zijn; de slotkerk dagteekent van 1136. Lips.