Chemnitz - 1°Bogislaw Philipp von, Duitsch geschiedschrijver; * 1605 te Stettin, ✝ 1678.
kreeg van Oxenstiema de opdracht, den Zweedschen oorlog in Duitschland te beschrijven. Hij schreef met kennis van vele Zweedsche staatsstukken en in anti-Habsburgschen zin. Slechts twee deelen van zijn werk verschenen in zijn eigen tijd, resp. in 1648 en 1653; de twee latere in 1855 en 1859.
Lit.: Gallatti, Der Kgl. Schwedische Krieg des B. P. v. C. und seine Quellen (1902). v.Gorkom.
2° Martin, met Melanchton de grootste theoloog van het Lutheranisme, * 1522 te Freuenbrietzen in Brandenburg, ✝ 1586 te Brunswijk. Hij hield te Wittenberg voorlezingen over Melanchton’s Loei en werd in 1554 predikant, in 1567 superintendent te Brunswijk. In zijn geschriften verdedigde hij de Luthersche avondmaalsleer, en bestreed de aanhangers van Osiander, de Jezuïeten en vooral het Concilie van Trente.
Werken: o.a. Examen Concilii Tridentini (4 dln. 1563—1573, nieuwe uitg. 1861), een werk, dat met zijn valsche voorstelling van de Kath. leer jarenlang richting gaf aan de Prot. polemiek, maar thans alleen nog historische waarde heeft. Als commentaar op Melanchton’s Loei schreef hij zijn Loei theologici (Frankfort 1591). — Lit.: H. Hackfeld, M. C. (Leipzig 1867); Rich. Mumm, Die Polemik des C. gegen das Konzil von Trient (1905). Wachters.
3° Matthaus Friedrich, Duitsch advocaat en publicist, redacteur van de Hamburger Nachrichten; * 10 Juni 1815 te Barmstedt (Holstein), ✝ 14 Maart 1870 te Altona. C. is bekend om het Heimatlied „Schlesvig-Holstein, meerumschlungen” (naar een gedicht van K. Fr. Straz; getoonzet door C. G. Bell). Pintelon.