Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gepubliceerd op 18-04-2019

Bühler, (georg, karl)

betekenis & definitie

Bühler, (georg, karl) - 1° Georg, Duitsch Sanskritist; * 1837 te Borstel in Hannover, † 1898, verdronken in het Bodenmeer. Bekleedde belangrijke posten in Britsch-Indië, o.a. als hoogleeraar in Bombay en organisator van het onderwijs in Goedzjerat.

Hij ontdekte veel kostbare handschriften en onderscheidde zich op het gebied van epigraphie en palaeographie, in het bijz. door zijn onderzoek van de oude Indische schriftsoorten. Sedert 1881 was hij professor in de indianistiek te Weenen. Met Kielhorn begon hij de uitgave der Bombay Sanskrit Series, waarin hij o.a. de Pantsjatantra uitgaf. In de „Grundriss der indo-arischen Philologie und Altertumskunde” (Straatsburg, vanaf 1896), waarvan het plan door hem ontworpen werd en van welks 40 deelen reeds meer dan de helft verscheen, schreef hij „Indische Palaographie” (21898).

Zoetmulder.

” 2° Karl, bekend psycholoog, * 1879 te Neckesteim in Baden, hoogleeraar in de psychologie te Weenen.

Werken: Die Gestaltwahrnemungen (I 1913); Die geistige Entwicklung des Kindes (1918); Die Erscheinungsweisen der Farben (1922); Die Krise der Psychologie (1927).

< >