Katholicisme encyclopedie

Prof. dr. J.C. Groot (1955)

Gepubliceerd op 02-01-2020

ZUSTER

betekenis & definitie

is een algemene naam voor vrouwelijke kloosterlingen. In het kerkelijk recht wordt de naam gebruikt voor de leden van een pauselijk of tenminste bisschoppelijk goedgekeurde congregatie, maar in het gewone spraakgebruik worden ook de leden van een vrouwelijke orde, die in het kerkelijk wetboek monialen heten, gewoonlijk zuster genoemd.

In min of meer officiële benamingen van de afzonderlijke orden en congregaties worden de vrouwelijke kloosterlingen ook wel aangeduid als Dames, Dienaressen, Dienstmaagden, Dochters, Kanunnikessen, Maagden, Monialen, Nonnen, Oblaten, Religieuzen, Vrouwen. Soms wordt „zuster” reeds in een samenstelling gebruikt om iets van de eigen spiritualiteit of van het bijzonder doel tot uitdrukking te brengen als bij: Arme Zusters, Barmhartige Zusters, Gasthuiszusters, enz., terwijl zij in de volksmond in enkele gevallen naar een bijkomstigheid worden genoemd, gelijk in Grauwzusters, Witte Zusters, Zwartzusters. Gewoonlijk worden in de eigen naam van een orde of congregatie de woorden zuster, dochter enz. gevolgd door een appositie, welke een of ander mysterie vermeldt, dat de bepaalde kloosterinstelling bijzonder inspireert als: van de Goddelijke Voorzienigheid, de Goddelijke Gerechtigheid, de Wijsheid, de Goede Herder, het H. Sacrament.

In verscheidene namen wordt tot uitdrukking gebracht, dat de leden van de kloosterinstelling zich op bijzondere wijze aan Maria, vereerd onder een of andere speciale titel, hebben toegewijd, of dat zij een bepaald Maria-mysterie op bijzondere wijze willen beleven: haar onbevlekte ontvangenis, presentatie, annuntiatie, visitatie, tenhemelopneming (assumptie), haar onbevlekt hart, haar afzondering in het cenakel, haar zeven smarten. Behalve Maria worden in vele gevallen andere heiligennamen in de eigen benaming van de kloosterinstelling opgenomen: de naam van een heilige onder wiens (wier) bijzondere bescherming men zich heeft gesteld, die men in verband met het eigen doel bijzonder tracht na te volgen, wiens (wier) regel aan de instelling ten grondslag ligt. Vaak wordt in de naam van een kloostergenootschap door een of ander toevoegsel het contemplatief doel nog nader geaccentueerd of wordt de gerichtheid der actie nader geconcretiseerd ; soms zowel het een als het ander. Dit geschiedt door woorden als aanbidsters (of van de eeuwigdurende aanbidding), apostelinnen, auxiliatricen, missionarissen, penitenten, reparatricen. Bij sommige kloosterinstellingen wordt door de naam terstond duidelijk, dat de zusters hetzij een juridische hetzij een meer geestelijke band hebben met een ongeveer gelijknamig kloostergenootschap voor mannen: Benedictinessen, Capucinessen, Carmelietessen, Norbertinessen, Passionistinnen, Trappistinnen, Redemptoristinnen e.d. j. N.

ORDEN EN CONGREGATIES (OVERZICHT)

De belangrijkste orden en congregaties van zusters (met stichtingsjaar en moederhuis) in Nederland en België, gerangschikt naar het hoofddoel dat zij zich stellen BESCHOUWEND LEVEN (Nederland)

Benedictinessen — 7de eeuw — Oosterhout (sed. 1919).

Benedictinessen van het H. Sacrament — 1654 Breda.

Geschoeide Carmelietessen —1152 Boxmeer.

Ongeschoeide Carmelietessen 1452 ’s-Hertogenbosch.

Trappistinnen 1125 BerkelEnschot (sed. 1937).

Clarissen 1212: Clarissen-Urbanisten (Megen); Clarissen-Coletienen (Helmond); Clarissen-Capucinessen (Duivendrecht).

Norbertinessen 1271 Oosterhout.

Birgittinessen 14de eeuw Uden en Weert.

Redemptoristinnen 1731 Velp, gem. Grave (N.Br.).

Passionistinnen 1772 Sittard.

Dienaressen van de H. Geest van de AItijd d. Aanbidding 1896 Steyl.

Zusters van het Cenakel 1826 Tilburg (ook apostolaatswerk).

(België)

Benedictinessen 7de eeuw ii afz. kloosters.

Clarissen (Arme Claren-Coletienen) 1212 37 afz. kloosters.

Ongeschoeide Carmelietessen 1452 2 prov., 36 kloosters.

Cisterciënserinnen (Bernardinessen) — 1098 2 congr., 4 kloosters (ook ziekenverpl.).

Trappistinnen (Cisterciënserinnen van de strenge onderhouding) 1125 4 abdijen.

Redemptoristinnen 1731 5 kloosters.

Religieuzen van de Eeuwigdurende Aanbidding 1857 Watermael-Boitsfort in Ned.: Rotterdam (ook apostolaatswerk) . Dominicanessen van Bethanië — 1866 Lint (nemen oud-gevangenen op).

OPVOEDING EN ONDERWIJS (Nederland)

Zusters van O.L. Vrouw — 1822 Amersfoort.

Franciscanessen van Bennebroek -« 1847 Bennebroek.

Ursulinen van Bergen 1898 Bergen (N.H.).

Ursulinen van de Romeinse Unie 1535 Boxtel.

Zusters der Christelijke Scholen — 1807 — Boxmeer.

Franciscanessen van Dongen 1801 Dongen.

Franciscanessen van Etten 1820 Etten (N.Br.).

Dochters van Maria en Joseph 1820 ’s-Hertogenbosch (ook doofstommenonderw.).

Zusters van het Gezelschap van Jezus, Maria, Jozef 1822 — ’ s-Hertogenbosch.

Franciscanessen van Heijthuisen 1835 Heijthuisen (L.).

Dominicanessen van Neerbosch — 1848 — Neerbosch-Nijmegen.

Franciscanessen van Oirschot 1663 Oirschot.

Franciscanessen van Oudenbosch 1838 Oudenbosch.

Franciscanessen (Penitenten-Recollectinen) van Roosendaal — 1832 Roosendaal. Dochters der Wijsheid — 1715 Schimmert (L.) (in België: Filles de la Sagesse).

Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid 1842 Steyl.

Zusters van O.L. Vrouw begin 19de eeuw — Tegelen.

Zusters van Tilburg 1832 in België 6 huizen (ook blinden- en doofstommenonderwijs).

Franciscanessen van Veghel — 1844 Veghel (N.Br.).

Zusters van het Allerh. Hart van Jésus 1886 Veldhoven (vroeger Moerdijk).

(België)

Annunciaten 1833 9 congr.: o.a. die van Huldenberg en Heverlee.

Apostelinnen 1680 7 congr.: o.a. die van Gent en Wetteren.

Religieuzen v.h. Christelijk Onderwijs — 1823 — Flóne.

Zusters der Christelijke Scholen van de H. Jozef Calasanzie — 1820 Vorselaar.

Religieuses du Sacré-Cœur de Jésus 1800 Jette-lez-Bruxelles.

Religieuses de la Sainte-Union des Sacrés-Cœurs — 1826 Doornik.

Filles de la Croix 1833 Luik.

Sœurs de la Doctrine Chrétienne 1720 Virton.

Franciscaines de la Miséricorde (de Luxembourg) 1847.

Franciscanessen van Gent I7I5Franciscanessen van Opbrakel 1819.

Zusters van 't Gelove 1833 Tielt.

Kanunnikessen van het H. Graf 1114 Turnhout.

Zusters van het H. Hart van Maria 3 congr.: Berlaar, Nederbrakel en ’s-Gravenwezel.

Zusters van Liefde van Maria 1838 Heule.

Zusters van Maria — versch. congr.: o.a. Pittem (1837) en Leuven (1843).

Dochters van Maria, Hulp der Christenen (van Don Bosco) 1872 Groot-Bijgaarden.

Zusters Maricolen (Maricollen) 8 afz. congr.: o.a. Brugge, Deinze, Lede en Waasmunster.

Sœurs de Sainte-Marie de Namur 1819 Namen.

Filles de Marie 1835 Pesche.

Sœurs de Notre Dame 1803 Namen.

Filles de la Sagesse 1715 Brussel.

Ursulinen 4 congr.: Waver, Luik, Tildonk en Mons.

ZIEKENVERPLEGING (Nederland)

Franciscanessen van Aerdenhout 1860.

Zusters van St. Jozef van Amersfoort 1841.

Zusters v.d. Allerh. Verlosser — 1849 — Beverwijk (in België: Anderlecht).

Franciscanessen-Gasthuiszusters van Breda — 1826.

Franciscanessen v.d. H. Elisabeth 1888 Breda.

Augustinessen (voorheen van Delft) 1880 Heemstede.

De Kleine Zusters van de H. Joseph 1872 Heerlen.

Liefdezusters v.d. H. Carolus Borromeus 1837 Maastricht („Onder de Bogen”).

Franciscanessen van de H. Familie 1857 Nijmegen.

Franciscanessen-Gasthuiszusters van ,,Charitas" — 1834 — Roosendaal.

Zusters van Schijndel (N.Br.) — 1836.

(België)

Petites sœurs de l'Assomption 1865 — Brussel.

Franciscaines du Règne de Jésus-Christ 1836 Manage.

Gasthuiszusters-Augustinessen ontstaan in de Middeleeuwen 15 afz. congr.

Grauwzusters 1225 versch. congr. en zelfst. kloosters.

Zuster van Liefde van Jezus en Maria 1803 — Gent (in Ned.: Venray).

Zusters Jozefienen 3 congr.: Gent, St. Kruiswinkel, Sint-Niklaas.

ZwartzustersAugustinessen — ontstaan in de M.E. 15 afz. congr.

MISSIE Franciscanessen-Missionarissen van Maria 1877 in Ned.: Amsterdam — in België: Brussel.

Missiezusters Franciscanessen van de H. Antonius — 1913 — in Ned.: Asten in Belg.: Antwerpen.

Dienaressen van de H. Geest (van Steyl) 1889 Baexem (Ned.)

Witte Zusters (Missionarissen van O.L. Vrouw van Afrika) 1869 in Ned.: Boxtel in Belg.: Antwerpen.

Gezelschap van de Medische Missiezusters 1925 Heerlen-Imstenrade (zie Missie-actie, Medische) . Missiezusters van het Kostbaar Bloed (gelieerd aan de congr. van Mariannhill) 1885 Tienray (L.).

Dochters van O.L. Vrouw van het H. Hart (gelieerd aan de congr. M.S.C.) 1882 — in Ned.: Tilburg-in Belg.: Brussel.

Kanunnikessen-Missionarissen van St. Augustinus — 1897 Heverlee.

SOCIAAL-CHARITATIEF WERK (Nederland)

Zusters van de Voorzienigheid (Arme Zusters v.h. Goddelijk Kind) 1852 Amsterdam.

Zusters van het Arme Kind Jezus — 1844 — Simpelveld (in Belg.: Borsbeek).

Zusters van Barmhartigheid 1819 — Maastricht.

Dochters der Liefde van de H. Vincentius a Paulo 1633 — Nuth (L.).

Liefdezusters v.d. H. Juliana van Falconieri 1915 Heiloo.

Dominicanessen van Huize Bethlehem 1919 Nijmegen. Zusters Auxiliatricen van het Vagevuur — 1856 — Nijmegen, Amsterdam.

Dominicanessen van Bethanië 1867 — Venlo.

Dominicanessen van Voorschoten 1882.

Zusters van O.L. Vrouw van Liefde van de Goede Herder 1836 Zoeterwoude.

Dominicanessen van het St. Catharina-apostolaat — 1923 -Zwolle.

(België)

Zusterkens der Armen — 1839 — Antwerpen.

Zusters van Barmhartigheid — 1845 Ronse (in Ned.: ’s-Hertogenbosch).

Sœurs du Bon-Pasteur 1641 Woluwé-Saint-Pierre.

Sœurs de la Charité 1732 Namen.

Filles de la Charité de Saint-Vincent de Paul (Sœurs grises) 1633 Ans.

Zusters ,,Kindsheid Jesu” — 1835 Gent.

Sœurs de la Providence — 1837 — Champion.

Zusters van de H. Vincentius a Paulo 43 afz. congregaties.

DIRECT APOSTOLAATSWERK Augustinessen van St. Monica 1934 — Hilversum.

Benedictinessen en Oblaten van Schotenhof 1926 Schoten bij Antwerpen in Ned.: Laren (herenigingswerk).

Kanunnikessen van het H. Graf 1114 Lochem, Nijmegen.

Catechisten van de Eucharistische Kruistocht.

Vrouwen van Bethanië.

Petites sœurs de Jésus du Père de Foucauld 1939 Luik in Ned.: Amsterdam.

N.B. Van de zgn. actieve congregaties zijn er maar weinige, die zich uitsluitend aan onderwijs of uitsluitend aan ziekenverpleging wijden. De meeste oefenen beide werkzaamheden uit, terwijl zeer vele van deze congregaties tevens missiewerk verrichten.

Ziekenverpleging omvat gewoonlijk ook de zorg voor bejaarden. Het sociaal-charitatief werk omvat zorg voor de verwaarloosde jeugd, wezenzorg, zorg voor ongehuwde moeders, hulp in de huishouding van arme gezinnen enz.

< >