(1493-1575), Vlaams dichteres, was ruim 40 jaar lang onderwijzeres te Antwerpen. In haar lïefereynen, in de trant van de Rederijkers, komen haar vurig geloof en haar strijdbaarheid tot uiting.
Vooral in haar eerste bundels verzet ze zich hartstochtelijk tegen het opkomende Lutheranisme. Luther is voor haar de incarnatie van het boze.
Door de zeer persoonlijke toon en grote bewogenheid behoort haar werk tot de beste lyriek van de Rederijkers.