Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 24-02-2020

wijdte

betekenis & definitie

('wijtə) v. (-n, -s)

I. [< wijd 1] het wijd zijn : de van een broekspijp.

II. [< wijd 2] bepaalde ruimte nl.

1. tussenruimte, breedteafstand : de tussen de spoorrails.
2. diameter : de van een liter.
3. omtrek : de van een hals.
4. kaliber : de van een stuk geschut.

< >