(ultravio'let) bn. (-te)
1. aan gene zijde van violet gelegen en een groter aantal trillingen hebbend : de -te stralen van het spektrum zijn voor ons oog onzichtbaar, maar door hun chemische werking merkbaar, en worden gebruikt tegen huidtuberkulose, huiduitslag, verzweringen enz.
2. van de ultraviolette stralen : licht wordt door de kwartslamp of kunstmatige hoogtezon opgewekt.