m. (-s) [Fr.]
1. Eig. zenuwtrek vooral in het gelaat.
2. Metf. mal aanwensel, hebbelijkheid: een hebben; hij heelt de op zijn nagels te bijten.
Gepubliceerd op 18-02-2020
betekenis & definitie
m. (-s) [Fr.]
1. Eig. zenuwtrek vooral in het gelaat.
2. Metf. mal aanwensel, hebbelijkheid: een hebben; hij heelt de op zijn nagels te bijten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: