Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

talon

betekenis & definitie

(talon) m. (-s: -netje) [Gr. < Lat. talus, hiel] overschietend gedeelte nl.

1. overschietende strook papier van koeponbladen, in te leveren om een nieuw blad koepons te krijgen.
2. stok overschietende kaarten in het kaartspel.

talonneren ('ne:rən) (talonneerde, heeft getalonneerd)

1. van talons voorzien.
2. aansporen, aanzetten, aandrijven.

< >