(ta'boe) [taal der Maori]
I. bn. en bw.
1. verboden, te vermijden wegens heiligheid of gewoonte : bij de natuurvolken zijn sommige dieren -.
2. waaraan niet geraakt, waarover niet gesproken mag worden : dat is tegenwoordig -.
II. m. en o. (-s) toestand van taboe (I 1) ; een opleggen, uitvaardigen.