(-pen; -je)
I. v. Eig.
1. Algm. punt of rondetje: een gele rups met zwarte -pen; een wit kleedje met blauwe -pen.
2. Inz. in de soldatentaal, rondetje op de jaskraag van een adjudant-onderofficier.
II. m. Metn. in de soldatentaal, adjudant-onderofficier. III. Metf.
1. Algm. v. deeltje, kleinigheid: voeg er nog een -je bij; mag ik even een inkt! niet een -, in het geheel niets.
2. o. Inz. zeer kort tijdsdeel, nog in: tijdstip.