Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 18-02-2020

snijding

betekenis & definitie

('snijding) v. (-en; ...dinkje)

I. [snijden 11]
1. Eig. het snijden.
2. Metn. Veroud. het gesnedene, insnijding.
3. Metf. [van 2] opening tussen de zijmuren van twee aaneengrenzende huizen : een is smaller dan een gang.

II. [snijden I 7] het elkaar snijden van twee lijnen, wegen enz. : een hoek door de der wegen gevormd. III. [snijden I 10] scherpe, scheurende pijn, vooral in de ingewanden : -en in het lijf hebben.

< >