(scha'ke:rən) (schakeerde, heeft geschakeerd) [schikken zoals de kleuren op een schaakbord]
1. met afwisseling van kleur schikken: fijn geschakeerde stoffen, kleuren.
2. uit, met afwisselende kleuren samenstellen: een rijk geschakeerd tapijt. ➝ geschakeerd.
3. met afwisseling schikken, samenstellen: een symfonie met weelderig geschakeerde partijen; de verbeelding waarin allerlei vormen van kennis en wetenschap en rede zich tot nieuwe beelden.