('sappәch) bn. en bw. (-er, -st)
1. rijk aan sap: -e vruchten; (bereid) vlees.
2. Gemz. aardig, prettig: een -e kerel!
3. vol leven, welig, fris : de -e natuur; een schilderij ; -e taal; schilderen.
Gepubliceerd op 04-02-2020
betekenis & definitie
('sappәch) bn. en bw. (-er, -st)
1. rijk aan sap: -e vruchten; (bereid) vlees.
2. Gemz. aardig, prettig: een -e kerel!
3. vol leven, welig, fris : de -e natuur; een schilderij ; -e taal; schilderen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: