('sabbat) m. (-ten) [Hebr.]
I. Eig. 1. a. rustdag bij de Israëlieten nl. onze zaterdag, b. Verh. zondag. 2. Algm. rustdag, rusttijd.
II. Metn. [op de sabbat worden feesten gehouden] feestelijke bijeenkomst der heksen.
Gepubliceerd op 04-02-2020
betekenis & definitie
('sabbat) m. (-ten) [Hebr.]
I. Eig. 1. a. rustdag bij de Israëlieten nl. onze zaterdag, b. Verh. zondag. 2. Algm. rustdag, rusttijd.
II. Metn. [op de sabbat worden feesten gehouden] feestelijke bijeenkomst der heksen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: