Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

Ramses

betekenis & definitie

('ramses) koningen van Egypte o. a. II. 1292-1225 v.

K., heroverde Syrië op de Hettieten, bouwde ontzaglijke paleizen en tempels (o.a het Ramsesseum, zijn eigen dodentempel te Thebe; legde wegen en kanalen aan (o. a. van de Nijl naar de Rode Zee en liet door de Israëlieten (Mozes) de residentiestad Ramses in het land Gessen (ligging onbekend) bouwen. ➝ Sesoostris.

< >