v. (-len)
1. Eig. knol van een verscheidenheid van het raapzaad, waarvan de fijnere soorten (mei- of zomerknollen) door de mens worden gegeten, en de grovere (stoppelknollen) als veevoeder dienen.
2. Metn. die verscheidenheid van het raapzaad (Brassica rapa rapifera).