I (per'so:n) m. en v. (...sonen; -tje) [Lat. persona < Lat. per + Gr. dzonè, gordel]
I. Eig. Oudh. masker inz. van een toneelspeler.
II. Metn.
1. toneelrol : zijn goed spelen.
2. toneelspeler: er zijn weinig ...sonen in dat toneel; sprekende, stomme of zwijgende ...sonen.