Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 13-02-2020

pair

betekenis & definitie

(pє:r) m. (-s) [Fr. < Lat. par, gelijke]

1 . M. E. een van de twaalf hofridders, groten van de Frankische koningen : Karel de Grote en zijn -s. Syn. paladijn.
2. Uitbr.
a. M. E. hoge vazal van de Franse koning die voor de wet als diens gelijke gold.
b. M.E. een van de grote vazallen die de voorrang hadden boven de overige adel en die zitting hadden in het Parlement van Parijs,
c. lid van het hoogste wetgevend lichaam in Frankrijk van 1815 tot 1830 : de Kamer van de -s werd 1848 vervangen door de Senaat,
d. peer in Groot-Brittannië : de Engelse -s dragen de titel van lord.

< >