(ovəre:n’komstəch)
I. bn. en bw.
1. soortgelijk, eender : -e plaatsen in de drie eerste evangeliën.
2.gelijk : een tekst vergelijken met de -e plaatsen in het oorspronkelijke.
3. Meetk. aan dezelfde kant van de snijlijn gelegen en met de opening naar dezelfde kant gericht :
A en B zijn -e hoeken.
4. strokend, overeenstemmend: de kopij is met het origineel; een gedrag met zijn
hoge afkomst. II. vz. volgens : uw beginselen; zijn aard de waarheid.