(obli'ga:t) [It. obligato < Lat. obligatus. verplicht]
A. bn. (...gate) en bw. Muz. de hoofdstem zingend, de hoofdmelodie voordragend onder begeleiding van andere stemmen of instrumenten: spelen. zingen.
B. (obligaten)
I. m. en v. Eig. persoon die obligaat zingt of speelt.
II. o. Metn.
1. hoofdstem of -melodie onder begeleiding van andere stemmen of instrumenten.
2. aldus uit te voeren stuk.
obligatie (obli'ga:si) v. (-s) [Fr. < Lat. obligatio]
1. Algm. verbintenis.
2. Inz. rentebrief waarbij een staat, een maatschappij enz. zich verbindt het geleende kapitaal veelal volgens loting af te lossen en de rente per koepon te betalen.