Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

Nero

betekenis & definitie

('ne:ro)

1. Eig. Romeins keizer 54-68, ° 37, zoon van Agrippina de Jonge, 53 aangenomen zoon en stiefzoon van keizer Claudius, stond aanvankelijk onder de leiding van Burrus en Seneca, maar gaf zich weldra meer en meer aan zijn woeste driften over, liet Britannicus, zijn eigen moeder en, om Poppaea Sabina te huwen, zijn gemalin Octavia, verder, na Piso’s mislukte samenzwering, ook Senecca, Lucanus enz. vermoorden, en begon, om de verdenking van de brandstichting te Rome (64) van zich af te schuiven, de eerste kristenvervolging (marteldood van de HH. Petrus en Paulus). Toen 68 de troepen Galba tot keizer uitriepen, liet hij zich door een van zijn getrouwen doden. Zijn naam is als de samenvatting van al de gruwelen en misdaden, die het keizerlijk Rome hebben geschandvlekt. → Locusta.
2. nero m. (-'s) Metf. onzinnig wreedaard, krankzinnig tiran.

< >