Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 12-02-2020

muze

betekenis & definitie

v. (-n) [Fr. < Gr. moesa]

I. Eig. een der Griekse beschermgodinnen van kunsten en wetenschappen, dochters van Zeus en Mnemosune: Hesiodos noemt negen -n nl. Kleio (Kl.), Thaleia (Th.), Erato (Er.), Euterpe (Eu.), Poluhumnia (P.), Kalliope (Kal.), Terpsichore (Ter.), Oerania (O.), Melpomene (M.); onder Apolloon's leiding luisterden de -n de maaltijd der Olympische goden op; de der historie, der volksdichting: de Helikoon is de berg der -n; de zonen der —n. de studenten. Syn. zanggodin.

II. muze Metn.

1. muzen, kunsten en wetenschappen inz. dichtkunst: de -n vereren; aan de -n offeren; zich aan de -n wijden.
2. genie, voortbrengselen van een dichter: Vondel's -.

< >