(‘luksә) m. [Fr. < Lat. luxus]
1. Eig. weelde ; een met gemeubileerde kamer; in leven, opgebracht zijn; er heerst een in dat huis...; 't zou geen zijn als je eens een nieuwe jas kocht.
2. Metn. overvloed : ze zagen een van kropgezwellen.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
(‘luksә) m. [Fr. < Lat. luxus]
1. Eig. weelde ; een met gemeubileerde kamer; in leven, opgebracht zijn; er heerst een in dat huis...; 't zou geen zijn als je eens een nieuwe jas kocht.
2. Metn. overvloed : ze zagen een van kropgezwellen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: