('ka:mər) m. (...heren)
1. dienstdoende edelman aan een vorstelijk huis : – der keizerin; de ...heren van de paus; – in buitengewone dienst bij de koningin.
2. Uitbr. katolieke eretitel door de paus verleend : de bisschop werd tot – van Zijne Heiligheid benoemd.