Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kamerheer

betekenis & definitie

('ka:mər) m. (...heren)

1. dienstdoende edelman aan een vorstelijk huis : – der keizerin; de ...heren van de paus; – in buitengewone dienst bij de koningin.
2. Uitbr. katolieke eretitel door de paus verleend : de bisschop werd tot – van Zijne Heiligheid benoemd.

< >