Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kajuit

betekenis & definitie

(ka'juit) v. (-en; -je) [Fr. < hut] vertrek binnen scheepsboord nl.

1. vertrek aan boord voor de scheepsgezagvoerder ; als het in de regent, dan druipt het in de hut, als meerderen lijden, krijgen minderen ook hun deel of als de kapitein bromt, brommen ook de mindere officieren.
2. slaapvertrek aan boord voor passagiers: de -en op een schip, in een→: vliegtuig; met zijn tweeën in één -; -en 1ste, 2det en 3de klasse.
3. gemeenschappelijk vertrek aan boord voor de reizigers : hij vond een alleraardigst gezelschap in de bijeen.
4. kabine van een →: vliegtuig.

< >