Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

kaatsen

betekenis & definitie

('ka:tsən) (kaatste, heeft gekaatst) [Fr. chasser < Lat. Frekw. van captare, zoeken te nemen]

1. als spel elkander een bal zo dikwijls mogelijk met de hand toeslaan. →: bal.
2. met de vangbal spelen : tegen de muur -.

Enc. Het kaatsen of kaatsspel is een eeuwenoud Nederlands spel dat nu nog veel in Noord en Zuid wordt gespeeld. Er zijn twee partijen, elk van drie of vijf spelers, die kenbaar zijn aan een biezondere kleur en een lederen handschoen dragen tegen het kwetsen van de hand. Een paal met bord (telegraaf) geeft de stand der partijen aan. Een speler (opslager) in de opslag, slaat de bal naar het perk. Komt hij hier niet in terecht, dan wint de tegenpartij twee punten.

Komt de bal wel in het perk, dan kan hij teruggeslagen worden door de tegenpartij, en hierbij kunnen zich weer verschillende gevallen voordoen. Bereikt b. v. de bal de bovenlijn niet, maar blijft hij tussen die lijn en de voorlijn van het perk, dan heeft men een onbesliste slag of kaats.

< >