Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Joule

betekenis & definitie

(dzjoul)

1. Eig. (James) Engels natuurkundige, ° 1818, ✝ 1889 ; bepaalde voor het eerst proefondervindelijk het warmte-ekwivalent en vond de Wet van Joule : de in de tijdseenheid in een geleider opgewekte warmtehoeveelheid is evenredig met de weerstand, de tijd en met het kwadraat der stroomsterkte.
2. joule m. (-s) Metn. eenheid van elektrische arbeid nl. zoveel arbeidsvermogen of warmte als door een stroom van 1 ampère in een draad met een weerstand van 1 ohm per sekonde wordt opgewekt.

< >