Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Jansenius

betekenis & definitie

(jan'se:nius) (Cornelis) Nederlands godgeleerde, ° 28 okt. 1585 te Akkooi, (gem. Beesd), 1617 hoogleraar te Leuven, 1636 bisschop van leper, waar hij, verzoend met de Kerk, 6 mei 1638 ✝; zijn werk Augustinus (1640) gaf aanleiding tot het ontstaan van het jansenisme.

< >