(in'tern) [Fr. < Lat. internus]
I. bn. en bw.
1. inwendig: -e ziekten.
2. inwonend: -e leerlingen.
II. m. (-en)
1. kostleerling(e).
2. inwonend geneesheer of assistente) in een ziekenhuis. Tgst. extern.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
(in'tern) [Fr. < Lat. internus]
I. bn. en bw.
1. inwendig: -e ziekten.
2. inwonend: -e leerlingen.
II. m. (-en)
1. kostleerling(e).
2. inwonend geneesheer of assistente) in een ziekenhuis. Tgst. extern.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: