(hordə) v. (-n, -s; -tje) [~ Lat. crates d. i.] vlechtwerk nl.
1. a. Algm. vlechtweik om iets at te schutten : tenen een van riet om vruchten op te bewaren. b. Inz. vlechtwerk, heg, hek als hindernis bij een wedloop.
2. grove tenen zeef : grint, kleine aardappelen over de gooien.