(genə'ra:si) v. (-s)
I. Eig. geslachtsvoortbrenging, teling, voortbrenging: de van dieren; spontane -, het ontstaan van leven uit anorganische of levenloze stof.
II. Metn.
1. gezamenlijk voortgebrachte dieren of planten.
2. mensengeslacht: de tegenwoordige is zo geheel anders als de vroegere -s.