(geeuwde, heeft gegeeuwd) [〜 gapen] onwillekeurig de mond wijd openen inz. als uiting van lusteloosheid, luiheid of verveling: bij iets -; van verveling; als er een geeuwt, ook de anderen.
Syn. gapen.
Gepubliceerd op 30-06-2020
betekenis & definitie
(geeuwde, heeft gegeeuwd) [〜 gapen] onwillekeurig de mond wijd openen inz. als uiting van lusteloosheid, luiheid of verveling: bij iets -; van verveling; als er een geeuwt, ook de anderen.
Syn. gapen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: