(‘elzas-'lo:tringən) o. [Elzas = land van de sassen, gezetenen aan de Ill, een zijrivier van de Rijn] streek in Frankrijk 14.522 km2, 1.800.000 inw.
Geschiedenis. Elzas-Lotharingen was, sedert Caesar’s tijd, door Germanen bewoond en behoorde tot 1559 aan het Duitse Rijk. Bij de Westfaalse Vrede (1648) werd een groot gedeelte van de Elzas aan Frankrijk afgestaan; in 1681 werd ook Straatsburg, in vredestijd, door Lodewijk XIV bezet. Lotharingen kwam 1738 aan Lodewijk XV. Tot de Frans-Duitse Oorlog bleven beide landen Frans, 1871-1918 waren ze Duits. Gedurende dit tijdperk openbaarde zich de oppositie van een Fransgezind gedeelte van de bevolking, en incidenten als dat van Zabern (1913), naar aanleiding van het ontaktisch optreden van een jong Duits luitenant, versterkten ze.
Na de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) werd Elzas-Lotharingen weder Frans. Tijdens de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) werd het land 1940 bij Duitsland gevoegd en Lotharingen Westmark geheten. Sedert 1945 is Elzas-Lotharingen weer Frans.