onbep. vrnw. [eenlijk] ieder :
1. zelfst.: doe zijn plicht; het zijne (geven); - en een iegelijk, iedereen.
2. bn.: bij -e gelegenheid; in geval; van -e twee een, om de andere. Syn. → al (I II 2 b).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: