Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Gepubliceerd op 30-06-2020

Ecuador

betekenis & definitie

(eku'a:dor) [ligt onder de ekwator] republiek in Zuid-Amerika 451.180 km2, 3.200.000 inw. Spaanssprekende en katolieke blanken, 1/2 Indianen, 1/3 gemengd. Hoofdstad : Quito. Uitvoer : vooral cacao. Eerst Spaanse kolonie, 1819 door Bolivar bevrijd en verenigd met Columbia, 1830 zelfstandig; onder → Garcia Moreno (✝ 1875) bloeitijd; later grensgeschillen met Columbia en Peru.

< >