('duttən) (dutte, heeft gedut) (be)dot(ten)
I. Eig. in min of meer bedwelmde toestand verkeren nl.
1. Veroud. min of meer dromen, suffen : in of op iets -.
2. voor korte tijd slapen buiten de gewone nachtrust : na het middageten wat -. Syn. → dommelen.
II. Metf. Veroud. twijfelen.