m. (-en)
I. Eig. drievoudige slag: een bij het dorsen.
II. Metn.
1. onregelmatige gang van een paard, dat de twee voorpoten tegelijk en de achterpoten beurtelings beweegt.
2. krukbeweging, waarbij drie bochten met een onderling verschil van 120 graad op een as gesteld zijn.
3. in drieën gevouwen papier voor reklame enz.
Syn. folder.