(kon'stansius) Romeinse keizers :
I. C h l o r u s 305-306, verkreeg van Diocletianus, als medekeizer, Gallië en Brittannië, en volgde 305 Maximianus als keizer op in het westen, † te Eboracum (York).
II. 337-361, ° 317, zoon van Konstantijn de Grote, die hem het oosten toewees, waar hij onfortuinlijk tegen de Perzen streed; verenigde, na de dood van zijn broeder Konstantijn II, het gehele rijk, begunstigde de arianen.