(kon'zje) m. en o. (–s) [Fr. < Lat. commeatus, verlof om heen te gaan]
1. Eig. ontslag uit zijn betrekking : zijn – krijgen, nemen; iemand zijn – geven, hem wegsturen of een lastig of ongelegen bezoeker van zich afschuiven.
2. Metn. verlof, vrije dag.